‘Mark Rutte, ze moeten jou voor je kankerkop knallen,’. Inwoner Wijdenes moet zich bij de rechter verantwoorden voor doodsbedreigingen

WIJDENES – ,,Mark Rutte, ze moeten jou voor je kankerkop knallen. Hugo de Jonge, ze moeten jou ook voor je kankerkop knallen, en Sigrid Kaag, jou moeten ze eerst verkrachten en daarna doodschieten.” Dat zei de 51-jarige Johan K. uit Wijdenes op 30 september vorig jaar in een filmpje op Facebook.

Hij plaatste het bewuste filmpje kort nadat hij was weggestuurd bij een snackbar in Midwoud, omdat hij geen QR-code kon laten zien. Maandag moest K. voor de politierechter verschijnen op verdenking van het bedreigen van ministers en opruiing tegen het openbaar gezag. K. zei zich nu vooral te schamen voor zijn uitlatingen. Het zou nooit zijn bedoeling zijn geweest dat het berichtje zich verder zou verspreiden dan zijn facebookvrienden.

Dat gebeurde echter wel. Het filmpje kwam namelijk bij Dumpert.nl terecht, en verspreidde vervolgens verder. Pogingen van de man uit Wijdenes om de website te bewegen het filmpje te verwijderen, leverden niets op. Uiteindelijk kwam het zelfs onder ogen van medewerkers van D66, en werd er aangifte gedaan van bedreiging. K. zou daarnaast ook verschillende opruiende uitlatingen hebben gedaan, waarin hij onder andere zou hebben opgeroepen om de rechtbank, het Koningshuis en de media op te blazen of aan te vallen. De 51-jarige zei zelf echter nooit de bedoeling hebben gehad om iemand op te ruien.

Het belangrijkste meningsverschil tussen het Openbaar Ministerie en advocaat Guido Terlingen betrof de bedreigingen tegenover de ministers. Met name over de vraag of K. kan worden veroordeeld voor bedreiging als hij zijn uitlatingen alleen tegenover zijn eigen Facebookvrienden wilde doen. De officier van justitie eiste 6 maanden cel tegen K. waarvan de helft voorwaardelijk. Advocaat Terlingen vroeg om vrijspraak van de bedreiging. Dat pleidooi volgde de rechtbank niet.

De politierechter besloot uiteindelijk dat de strafeis van justitie te fors was in vergelijking tot andere zaken, en besloot om K. geen celstraf op te leggen. Daarmee wilde ze niet afdoen aan de ernst van de twee feiten; ,,U kunt wel zeggen dat u niet wilde opruien, maar een paar maanden later stond er wel iemand met een fakkel bij Sigrid Kaag voor de deur”

De politierechter veroordeelde K. uiteindelijk tot 100 uur werkstraf en een maand voorwaardelijke gevangenisstraf