Column Monte Visser: ‘Opa’

Mijn opa herinner ik me als een oude man. Na het eten de krant lezen en dan viel hij in slaap. Hij had een hele oude herenfiets, zwart, met fietstassen en moffen aan het stuur. Als ik mee mocht, moest ik mijn handen in zijn jaszakken doen tegen de kou en mijn benen veilig in die fietstassen. Onze bestemmingen waren altijd wel leuk hoor. Als we weer thuiskwamen ging zijn fiets in de schuur. Netjes in de hoek, het rechterhandvat tegen een plankje tegen het beschadigen. De schuur was geweldig, maar ik mocht nooit ergens aankomen. Die zaag was te scherp en die spijkers in die jampotjes heel netjes gesorteerd. Die hingen met de deksel tegen een balk getimmerd. Oude man, he?Ā 

De opa van mijn vriendje was minstens zo oud. Een vreselijk gerimpeld gezicht en hij had een vrouw die leek nog ouder. Die liep met stokken te zuchten en te kreunen. Die opa had ook een fiets in de moderne kleur zwart, met jasbeschermers, gevlochten uit touwtjes en ringetjes die in de gaatjes van het spatbord zaten. Zijn schuur heb ik nooit van binnen gezien. Zelfs niet toen we vroegen om spijkers voor onze hut. Dit vertelde hij allemaal vanuit zijn stoel. Echt een opa stoel, compleet met kussentjes, voetenbankje en krantenbak ernaast. Oude man, he?

De opa van mijn neef heb ik nooit anders gezien als zittend. In een hoekje van de kamer op een grote ouderwetse stoel. Naast de kachel en aan de andere kant een glimmend rooktafeltje. Daar zat hij in een zwart pak compleet met overhemd en stropdas. O ja en bretels. Echt, bretels. Uit een glimmende beker haalde hij een sigaar, stak die aan met een prachtige aansteker en liet zich koffie inschenken door zijn vrouw. En maar verhalen vertellen. Jaren later hadden we eens een bruiloft en toen kwam hij binnenlopen. Ik begreep pas veel later dat iedereen om mij moest lachen. Ik moet erbij gestaan hebben als lulletje rozenwater, heel lang met mijn mond open. Hij kon lopen, wel een oude man.

Een bekende Amsterdamse schrijver die alles bij elkaar zoop was weer een andere opa. Die ging met zijn kleinzoon naar Artis, apen voeren!!!!! Zijn kleinzoon kreeg een pepermuntje en ze gingen met de tram, ver lopen was te vermoeiend. Hoe ik dat weet? Dat vertelde die man op zondagavond op TV. Met een hele monotone stem. Je hoorde meteen dat het saai was. Kijk dat zijn opaā€™s. Dat doen opaā€™s. Of dat kunnen opaā€™s juist niet. Opaā€™s zijn oude mannen.

Ik ben heel anders. Ik verzorg alle dagen mijn paarden. Ik loop er urenlang naast om ze af te richten. Ik kan nog makkelijk meepraten met de jeugd. Ik ben en voel me geen opa. En toch? Welnee. Ik vertel ze allemaal hoe ze moeten mennen, doe het zo nog even voor. En ik drink het hardst na afloop. En toch? Welnee, ik schaats zo nog mee. Ik ben niet oud. Ik spring als een vent van 18 van mā€™n koets af. OkĆ©, een enkel keertje voel ik mij bij het landen 80, maar goed. Ik krijg mijn meissie nog aan het lachen en weet haar nu en dan te verrassen. Jonge, frisse geest, he?

En toch? Opa, wat een rotwoord. Het klinkt heel erg oud. Opa. Alleen de klank al. Flikker op. En dan komt er zoā€™n wurm aanrennen. Opaaaaaā€¦ā€¦ā€¦  klinkt tegenwoordig heel anders. Vriendelijk, beetje als een compliment. Bijna als eretitel.

Maar alhoewel ik een kleinzoon heb die mij opa noemt, ben ik niet zoā€™n oude man. Niet echt opa. Ik ga echt niet wandelen met dat gozertje. Hij gaat maar mee op de kar. Of we fietsen even naar mijn schapen toe, geven we die wat brood. Doe ik er even een fietsstoeltje op, zit ie goed vast. Als ie maar niet in mijn schuur komt, straks al mijn hoefijzers door elkaar, of mijn tuig geschilderd met muurverf. Maar ik zal hem wel vertellen van vroeger toen we gingen ringsteken. Met arren, op het ijs. Of nee, nog beter. Ik vertel hem van die marathons. Toen ik ooit Nederlands kampioen werd. Vind ie vast leukā€¦ā€¦ā€¦ Nou ken het nog, straks ben ik zoā€™n oude man.

Mijn cv. als schrijver/auteur in een notedop. Eind vorige eeuw gaf ik al enkele boekjes uit en schreef ik columns voor een wekelijks gratis huis-aan-huis blad. Reclameteksten liepen er altijd als rode draad door heen. Begin deze eeuw gaf ik voor eigen rekening een maandelijkse paardenkrant uit in Noordholland. De laatste jaren houdt ik mij vooral bezig met selfpub boeken. Zo heb ik twee humorvolle columnboeken uitgegeven over mijn belevenissen als trouw en rouwkoetsier. Zijn er inmiddels drie spannende jeugdpaardenavonturenboeken verschenen en zeer recent het praktisch instructiehandboekje ā€˜Van Veulen tot Menpaardā€™ om lekker zelf je eigen paard op te leiden. Het is ā€˜not doneā€™ om vooruit te lopen maar mijn volgende boek betreft mijmeren en peinzen over het dagelijkse leven waarbij het dagelijkse leven, het lot en jijzelf centraal staat. We zeggen te vaak: later gaan we genieten.

Hier te bestellen. https://www.boekenbestellen.nl/boek/blij-met-bruidsparen-boswachters-en-banken/9789464067095

Met BLOIDe groet

Monte Visser