Beleidsregel Bestuurlijke boete WerkSaam Westfriesland

WerkSaam zorgt ervoor dat mensen die niet voldoende inkomen hebben, van een minimum inkomen worden voorzien. Om te zorgen dat iedereen hiervan gebruik kan maken is het belangrijk dat niemand ten onrechte gebruik maakt deze voorziening.

Volgens de wet moeten cliënten die de inlichtingenplicht schenden, het fraudebedrag terugbetalen en een boete krijgen. De hoogte van de boete is maximaal 100% van het benadelingsbedrag. Daarnaast moet WerkSaam naar de verwijtbaarheid kijken en ook naar hoeveel de cliënt van zijn/haar inkomen kan missen om de boete te betalen. Afhankelijk van de verwijtbaarheid moet de boete binnen 6 tot 24 maanden afgelost kunnen worden.

WerkSaam heeft beleidsvrijheid bij het vaststellen van deze ruimte (de fictieve draagkracht) en ging hiervoor (conform jurisprudentie) uit van het inkomen boven de beslagvrije voet. Op basis van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 4 augustus 2020, kan dit niet langer in stand blijven en moet dit worden verlaagd naar het inkomen boven 95% van de bijstandsnorm.

De inlichtingenplicht is een van de belangrijkste plichten voor mensen die bijstand aanvragen of ontvangen. Hierbij gaat het vooral om het doorgeven van alle zaken die van invloed kunnen zijn op het recht op en de hoogte van de uitkering. WerkSaam moet een bestuurlijke boete beoordelen bij het niet nakomen van de inlichtingenplicht van cliënten.

Als iemand deze inlichtingenplicht niet nakomt (denk hierbij aan het niet verstrekken van informatie over betaald werk of over een woonsituatie of het niet inleveren van gevraagde bankafschriften) dan moet WerkSaam een boete overwegen.

Daarnaast kan in die situaties ook sprake zijn van een beëindiging en terugvordering van de bijstand. Afhankelijk van de situatie van de cliënt wordt de hoogte van de boete bepaald. In sommige gevallen kan WerkSaam er voor kiezen om een schriftelijke waarschuwing te geven.

Het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland;

gezien het advies van de cliëntenraad van WerkSaam Westfriesland van 28 september 2020;

gelet op artikelen:

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
  • artikel 18a van de Participatiewet;
  • artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);
  • artikel 1 en 2 boetebesluit sociale zekerheidswetten;
  • beleidsplan WerkSaam Westfriesland.

b e s l u i t :

  • de beleidsregel bestuurlijke boete WerkSaam Westfriesland van 10 oktober 2019 te wijzigen. De titel en tekst na wijziging luiden als volgt:

Beleidsregel Bestuurlijke boete

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • 1.Cliënt: persoon die een uitkering ontvangt of ontving van WerkSaam Westfriesland op grond van de wet.
  • 2.Benadelingsbedrag: het bedrag aan uitkering dat als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenplicht teveel is ontvangen (art. 18a, lid 1, Participatiewet).
  • 3.Bijstandsnorm: de hoogte van de uitkering waar de cliënt recht op heeft.
  • 4.Boete: een opgelegde geldstraf voor het niet nakomen van de inlichtingenplicht (art. 18a, lid 1, Participatiewet en art. 20a, lid 1, IOAW/IOAZ).
  • 5.Fictieve draagkracht: het inkomen boven 95% van de bijstandsnorm.
  • 6.Inlichtingenplicht: een regel om alle zaken die van invloed kunnen zijn op het recht en de hoogte van de uitkering door te geven aan WerkSaam.
  • 7.Reële draagkracht: het inkomen boven de beslagvrije voet met correcties voor verhoogde zorg- of woonlasten.
  • 8.WerkSam: het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland.

Artikel 2. Schriftelijke waarschuwing in plaats van boete

  • 1.WerkSaam ziet af van een bestuurlijke boete en volstaat met het geven van een schriftelijke waarschuwing als:
    • a.de overtreding van de inlichtingenplicht niet heeft geleid tot een benadelingsbedrag of het benadelingsbedrag niet hoger is dan € 150,00, of
    • b.de cliënt die onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt of op andere wijze een wijziging van omstandigheden niet direct heeft gemeld, uit eigen beweging alsnog, binnen 60 dagen nadat de inlichtingen hadden moeten worden verstrekt, de juiste inlichtingen verstrekt. Dit moet zijn gedaan voordat de overtreding is geconstateerd, tenzij de cliënt deze inlichtingen heeft verstrekt in het kader van toezicht op de naleving van een inlichtingenverplichting.
  • 2.Als de cliënt binnen 24 maanden weer de inlichtingenplicht overtreedt zonder benadelingsbedrag, dan kan niet meer worden volstaan met een waarschuwing.
  •  

Artikel 3. Berekening bestuurlijke boete

  • 1.Als de maximale boete minder is dan € 340,00 volgt WerkSaam de boeteprocedure licht.
  • 2.Als de maximale boete meer is dan € 340,00 volgt WerkSaam de boeteprocedure zwaar.
  • 3.Heeft het gedrag niet geleid tot eenbenadelingsbedrag en is een schriftelijke waarschuwing niet voldoende, dan bedraagt de boete € 150,00.
  • 4.De boete bedraagt:
    • a.100% van het benadelingsbedrag als de inlichtingenplicht opzettelijk is overtreden.
    • b.75% van het benadelingsbedrag als sprake is van grove schuld ten aanzien van de overtreding van de inlichtingenplicht.
    • c.50% van het benadelingsbedrag als geen sprake is van opzet of grove schuld ten aanzien van de overtreding van de inlichtingenplicht.
    • d.25% van het benadelingsbedrag als sprake is van verminderde verwijtbaarheid ten aanzien van de overtreding van de inlichtingenplicht.

Artikel 4. Vaststellen fictieve draagkracht

  • 1.De hoogte van de boete wordt afgestemd op de mate van verwijtbaarheid, zodat deze binnen de gestelde termijn kan worden voldaan:
    • a.opzet: voldoening boete mogelijk binnen 24 maanden.
    • b.grove schuld: voldoening boete mogelijk binnen 18 maanden.
    • c.geen opzet/geen grove schuld: voldoening boete mogelijk binnen 12 maanden.
    • d.verminderde verwijtbaarheid: voldoening boete mogelijk binnen 6 maanden.
  • 2.Als de cliënt geen actuele gegevens over zijn/haar financiële situatie verstrekt, vindt geen matiging van de hoogte van de boete plaats op basis van de fictieve draagkracht.

Artikel 5. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.Deze gewijzigde beleidsregel treedt met terugwerkende kracht in werking per 4 augustus 2020.
  • 2.Deze verordening wordt aangehaald als: beleidsregel bestuurlijke boete WerkSaam Westfriesland.

Vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 8 oktober 2020,

De voorzitter,

D. te Grotenhuis

De directeur,

M.J. Dölle