Column Monte Visser: “Prima zicht.”

Tot grote jaloezie van vele andere menners heb ik nog eens een seizoen met drie dames grooms rondgetrokken. Je hoort mij echt niet klagen, maar er was wel héle andere praat op zo’n dag. ‘Oh, wat heb ik een hoofdpijn,’ zegt ze naast me in de vrachtwagen, ‘ik neem even een aspirientje.’ Flesje water bij de hand en ze wil het aspirientje in haar mond doen. Dat valt echter uit haar hand, zo tussen haar borsten. Let op, want ze had nogal een bos hout hoor, die jongens komen vaker langs in dit verhaal. In ieder geval zeg ik dat ik weinig weet van aspirine, maar dat die volgens mij niet werken tussen je tieten. Ik heb ooit wel eens gehoord van een anticonceptiepil die je tussen je knieën moest klemmen, maar dat is weer wat anders. Vond ze niet lollig.

Die andere groom, ik heb het niet over mijn eigen meissie hoor, anders wordt dit boekje mijn Waterloo, had minstens zo’n stel. Echt waar, als die beide grooms zo aan kwamen lopen zag je in één oogopslag dat iedereen thuis was. Met het omkleden tussen de disciplines door gingen ze de vrachtwagen in en stuurden mij het bos in. Niet hun bos hoor. Deze keer moest er zelfs afgekolfd worden. Een luguber idee want die mensenmelk moest in mijn koelbox tussen mijn bier bewaard worden tot thuis. Dan kijk je plotseling heel anders tegen heerlijk, helder Heineken of de vrienden van Amstel aan hoor. Maar goed, ik ben een man van deze tijd en stel mij flexibel op. Na wat heen en weer geloop tussen de auto’s om de kleding te verzamelen en de afkolfmaterialen op scherp te zetten gingen de meiden de vrachtauto in. ‘Waar ben je, niet kijken he? Blijf even praten dan weten wij dat je daar bent.’ Gegiechel, gelach en wat gepraat toonde mij aan dat die meiden lekker met hun eigen zaakjes bezig waren.

Elke keer als ik even te lang stil was kwam er weer een controlerende vraag of ik er nog was. Of eigenlijk beter gezegd, of ik er juist niet was. De geluiden gaven aan dat het afkolven klaar was en het omkleden was begonnen. ‘Dit is mijn shirt. Ik doe een andere bh aan op de wagen, een sport bh.’ En meteen weer de vraag of ik echt niet stiekem wilde kijken. Inmiddels begon de tijd te dringen, we moeten nu eenmaal een keer starten ook. Dus ik roep dat als ze nu niet opschieten ik juist wel even kom helpen want we moeten starten.

Giechelen, lachen, ‘Jij blijft daar staan, je hoeft helemaal niets te zien.’ Klinkt er opeens van de vrachtwagen iets verderop: ‘Nee Visser ziet niets, dat hoeft ook niet, want ik heb best zicht en ik doe hem straks wel even verslag.’ Daar stond een maatje van mij, op zijn vrachtwagenklep, mooi over het hekje te hangen met een uitstekend zicht recht mijn vrachtwagen in. De meiden hadden hem nooit opgemerkt. Het gegil van die meiden heeft op het wedstrijdterrein verschillende paarden doen wegspringen en ze hebben een week lang geen last van meeuwen gehad in de regio.

Boekje is te bestellen via montevisser.com

Al maandenlang lang plaats ik korte verhalen van mijn belevenissen rondom mijn paardenwedstrijden en trouwkoetswerk. Kort en bondig opgetekend met een flinke scheut humor. Ook voor niet dierenliefhebbers lachen vanaf pagina 1. Uitstekende reviews.

Bestel snel voor jezelf of als origineel moederdag of vaderdag cadeau.

Deze komt uit Blij met bruidsparen, boswachters en banken.

https://www.boekenbestellen.nl/boek/blij-met-bruidsparen-boswachters-en-banken/9789464067095