Dus wij rijden een best wel goede vaardigheid met het vierspan. De laatste poortjes gaan voor het publiek langs en vaak staan die zodanig dat gas geven mogelijk is. En dat deed ik, maar wel zo slordig dat ik het ene laatste poortje raak. Tingelingeling, paarden zetten extra aan, laatste poortje rijd ik bijna dwars overeen. Het framenummer blijft even tussen de wielen hangen. RRRRRRRRRRRRRRRRRR, in volle galop de finish over. Terwijl ik de paarden wil terugnemen, kijk ik, want de chaos is nog niet groot genoeg naar mijn zin, achterom waar het bordje blijft. Dat schiet tussen de wielen weg en toen werd het zo stil dat ik van schrik nog twee volgende poortjes overhoop rijd. RRRRRRRRRRRRRRRR.
De paarden die nog niet echt waren gerustgesteld vergaten Visser en waren absoluut voornemens het volgende rondje in een WK-tijd af te leggen. Veel te snel voor mijn anticiperingsvermogen, capaciteiten, ervaring en mentalent, dus na een klein rondje in een bloedgang gaat de menwagen in een volte op zijn kant. Terwijl ik eraf viel moet mijn meissie gedacht hebben dat het zonde is van die gouden halsketting, dus ze grijpt mijn nek, trekt die halsketting eraf en laat mij schieten.
Ja, van je familie moet je het hebben. Ik, ja weer die slowmotion film, ben onderweg aan het vallen en grijp de leidsels extra stevig vast. Als ik lig zullen ze wel stoppen toch? Daar dacht het vierspan zelf heel anders over. Eensgezind sleurde ze mij over de baan en ik slipte de bocht uit als een slee achter een dol geworden hond. Dat kon natuurlijk zo niet langer duren en een betonpaal langs de baan stapt naar voren en remt me in een gigantische klap in één keer af. Mijn gekerm was niet gespeeld.
Eenmaal stilliggend kwam weer die autistische gewoonte van BHV en EHBO bij me op en de zelfscan begon. Ik ben Visser uit Spanbroek en ik voel m’n linkerarm nog, ik voel ook mijn rechterarm nog. Zowaar ik kan mijn linkervoet bewegen en terwijl ik mijn rechtervoet wil gaan checken, knalt er iets op mijn hoofd. Het leek een zware poef die volledig over mijn gezicht viel en mij wilde verstikken. Vond ik een hele vreemde locatie om vermoord te worden. Dus ik worstel een beetje. De poef schuift wat op en zowaar ik zie licht en kan ademen. En laten we eerlijk zijn, wat kan een mens zich nog meer wensen, ledematen die werken, het licht zien en vrij ademen op een hoofdterrein van een wedstrijd?
Maar de poef bleek een jongedame te zijn die mij, goedbedoeld weliswaar, maar niet geheel vrijblijvend stabiliseerde. Zij zat bij mijn hoofd, haar knieën elk bij een oor van mij en mijn neus dus in haar kruis. Dagen later zag ik de krassen op mijn neus. Die moeten van haar rits geweest zijn, zeker weten. Met haar handen duwde zij mijn schouders op de grond. Vreemd genoeg wilde ik dit niet, maar zij was vastbesloten dit vol te houden. Dat lag ik net zo te overdenken en toen werd ik verlost. Want na een poosje kwamen er twee hele stoere mannen in een blauwe overall. Zij stelden zich voor als ambulancebroeders en vroegen de stabilisatiemevrouw te stoppen met stabiliseren.
Kijk, alleen daar voor waren zij meteen al mijn vrienden. De ene vroeg mijn naam, welke datum het was en waar ik was. Bam, drie keer goed, want dat had ik al een paar keer geoefend, dus door naar de volgende ronde. Daarna vroeg hij of ik mijn armen en benen kon bewegen. Kon ik voor de zoemer ging op antwoorden, ik had al stiekem geprobeerd, zeker kan ik dat. Toen trokken zij mij voorzichtig overeind en mocht ik zitten, daarna staan en zelfs lopen. Met de mededeling dat ik waarschijnlijk een paar dagen stijf zou zijn vertrokken ze. Einde wedstrijdterrein-scene.
Mijn meissie was uiteraard ook flink gebuiteld en wij vertrokken dan ook naar ons verblijf, een zeer luxe vakantiehuisje. Lekker heet douchen, in het bubbelbad met een borrel en rozig in het zachte, warme bed. Morgen voelen we ons vast beter. MIS! Toen ik wakker werd kon ik bijna niets bewegen. Alles deed pijn en daarom rolde ik mij om en probeerde uit bed te vallen. Dat lukte, op handen en knieën naast het bed. Het was echt een ongelooflijke marteling om op de wc te gaan zitten, maar ik zat. Dan komt er toch een moment dat je er weer af wil.
Omdat het niet zo goed lukte trok ik mij aan het wasbakje en kraan omhoog. Een kraan doet dan precies datgene waar hij voor gemaakt is, hij draait en geeft water. Ik slip er met mijn handen af en flikker keihard terug op die pot. Ik zal verder de martelgang van het aankleden, paarden laden en de vrachtauto terug naar huis rijden maar overslaan. Ik voelde me gevierendeeld en geradbraakt tegelijk. Ik heb de vrachtauto in zijn drie gezet en ben in die versnelling naar huis gereden. Koppelinggebruik deed al pijn, dus ook nog schakelen was te veel gevraagd. Om te remmen moest mijn rechtervoet van het gas naar de rem, jaaaa, daaaag. Dat deed pijn tot achter mijn oren.
Wekenlang leek ik een bonte koe, grote vlekken op mijn lijf, maar dan in paars, geel, groen, zwart en blauw. Ik zei het al, vallen is niet erg, landen is soms niet fijn, maar een betonpaal als remparachute gebruiken kan ik niemand aanraden.
Al maandenlang lang plaats ik korte verhalen van mijn belevenissen rondom mijn paardenwedstrijden en trouwkoetswerk. Kort en bondig opgetekend met een flinke scheut humor. Ook voor niet dierenliefhebbers lachen vanaf pagina 1. Uitstekende reviews.
Bestel snel voor jezelf of als origineel cadeau.
Deze komt uit Blij met bruidsparen, boswachters en banken.
https://www.boekenbestellen.nl/boek/blij-met-bruidsparen-boswachters-en-banken/9789464067095