Column Monique Ravenstijn: “Was men maar op ons Supers, zo trots als een boer.”

Aan de ene kant denken wij nog te veel als middenstanders, lekker veilig niks zeggen omdat anders de klanten niet meer voor onze winkels kiezen. En aan de andere kant roepen we veelvuldig; Wij zijn de snelgroeiende super, wij draaien vele miljarden winst en meer van deze kretologieën. als dit. Maar het werkelijke verhaal wordt maar zelden verteld.

Natuurlijk weet ik niet of ik voor eenieder spreek, maar elke keer als ik berichten lees afkomstig vanuit de media, politiek of de vakbonden gaan mijn haren overeind staan. Hoe zo hebben wij allang de loonstijging doorberekend in de verkoopprijzen? Hoezo krijgen onze mensen minimumloon betaald? Hoezo worden wij veelvuldig in een zin genoemd met het nieuwste populaire woord ‘graaiflatie’.

Waarom duikt nagenoeg niemand op ons verhaal. Eens mopperend tegen een van mijn boeren vriendjes zei zij; ‘Waarom vertellen jullie je eigen verhaal dan niet’. Waarop ik antwoordden, hier hebben wij diverse belangenclubs voor die deze lobby lopen. Nou zegt ze, waarom hoor ik daar nooit wat van. Door hoe jij dit nu vertel snap ik veel meer van jouw wereld.

Dat vele supers allang gasl loos draaien wist ze niet. Dat dit voor veel ondernemers kapitaalvernietiging is geweest wist zij niet. Dat het inleveren van flesjes en blik buiten de een investering in tijd, ook een kostenpost met zich meebracht om de machines aan te passen, wist ze niet. Ook wist ze niet dat er veele winkels zijn die allang samenwerken met lokale boeren, dat wij werken met flinterdunne marges en dat juist de omzet de motor is waarop wij draaien.

Wat doen de boeren onwijs goed, ze vertellen hun verhaal doorspekt met persoonlijke ervaringen. Het sentiment van t familiebedrijf, de dieren ,dedieren, de opvolging. Je voelt hun pijn. De ene keer is het de vrouw van de boer die actief is, zoals in t geval van mijn vriendin, de andere keer via een politieke partij of door de massale acties die ze gezamenlijk houden. Ben ik het altijd op inhoud met ze eens, zeker niet. Maar hun pijn voel ik wel.

Hoe mooi zou het zijn als onze klanten zouden voelen dat het ook binnen onze muren niet altijd goud is wat er blinkt. De cCorona periode ligt gevoelsmatig alweer jaren achter ons, en toch zijn wij het die dik geld verdiend hebben. Zelf kreeg ik bijna plaatsvervangende schaamte om te vertellen hoe ik aan mijn centen kwam.

Maar hebben wij echt netto zoveel meer overgehouden? Wel zijn er deze periodes mooie samenwerkingen ontstaan. In de wintertijd verkochten wij bijvoorbeeld sneeuwscheppen van de lokale bouwmarkt omdat hun winkel niet open mocht. De tulpen van een lokale teler die zijn bloemetjes anders moest stortten en verdienden wij hieraan? Nee, want dit is gewoon nabuurschap, dit is wat je doet voor een ander.

Hoorde je daar wat over terug vanuit de politiek, de media of de vakbonden? Zeker niet, maar weet je mijn boeren vriendin had het juist. Ook wij mogen de zeepkist op, ons eigen verhaal vertellen. Ons publiek meenemen in de boeiende maar niet altijd even makkelijke supermarktwereld. Afrekenen met de Robin Hood verhalen als; ‘Je mag best stelen bij.., want ze verdienen toch genoeg’.

Trost zijn op onze medewerkers, trots zijn op onze winkels en trots zijn op onszelf. Ik hou mijn mond niet meer, wie volgt?