Column Andrea van Langen: “Prinsjesdag”

Prinsjesdag was voor mij altijd al iets bijzonders. Als kind keek ik al vol bewondering naar dit schouwspel op televisie, toen nog met de gouden koets. Toen ik politiek actief werd probeerde ik op die dag naar Den Haag te gaan, om iets van het gebeuren mee te maken. Maar dit jaar was alles anders, ik was erbij!

Prinsjesdag is hoedjes kijken

Als lid van de Eerste kamer voor de BBB was ik één van die Kamerleden die aanwezig mogen zijn bij het voorlezen van de Troonrede door de Koning. Ik mocht zelfs één bezoeker (mijn man) meenemen. Speciaal voor de gelegenheid schafte ik een pakje in de kleuren van Drechterland (blauw en bruin) aan bij de stadszaak ten plattelande in Bovenkarspel. Mijn oorspronkelijke plan was het lenen van een Westfries suikerschepje (hoedje) bij Museumboerderij Westfrisia maar ik kreeg bericht dat het niet kon, dus werd het een klein zwart hoedje met veren. Ook handig in verband met de voorspelde wind en regen.

Tekst gaat verder onder de foto

Dat viel overigens erg mee! Het was overwegend zonnig met af en toe een bui. In het Theater moesten we geruime tijd wachten op de komst van de Koninklijke familie. Schuin achter Geert Wilders had ik goed zicht op de koning, die dit jaar voor het eerst een leesbril op had. Hij had het over bestaanszekerheid en over het belang van cultuur en bibliotheken en dat er geld verdiend moet worden om het te kunnen uitgeven.

Ondertussen was het leuk om te zien hoe de aanwezigen gekleed gingen. Sommigen gingen compleet los en kwamen in een roze pyama-achtig pak of met uitbundige hoeden terwijl anderen hun dagelijkse kleding uit de kast hadden getrokken, soms aangevuld met een simpele hoed, onder het motto “van mij hoeft die poppenkast niet”.

Want een poppenkast, dat is het natuurlijk óók. Maar dit jaar wel met een klein Westfries tintje.

Andrea van Langen
BBB senator

Eén gedachte over “Column Andrea van Langen: “Prinsjesdag”

Reacties zijn gesloten.