MEDEMBLIK – De openbare zwembaden binnen de gemeente Medemblik hebben over het jaar 2020 voor een bedrag van 556.367,- euro aan subsidies ontvangen. Het meeste geld ging naar zwembad De Zeehoek in Wervershoof, die een bedrag van € 287,583,- euro op de rekening zag bij worden geschreven. Het minste subsidie ging naar zwembad Zuiderzee B.V. die een bedrag van € 30.000,- heeft gekregen als bijdrage om zo de jeugd van de kern Medemblik ook de kans te geven om gebruik te maken van het zwembad op het vakantiepark.
Zwembad Midwoud kon in 2020 rekenen op een subsidiebedrag van € 30.103,-, Het Ploetertje in Sijbekarspel € 34.087,-, De Spetter in Abbekerk € 45.446,-, Het Molenbad in Wognum € 51.111,-, en De Weid in Andijk € 78.037,- aan subsidies.
Dat De Zeehoek in Wervershoof zoveel meer subsidie krijgt ligt vooral aan het aantal uren dat het zwembad geopend is, ruim 2200 uur in 2020 waarmee ze veel meer en langer open zijn dan bijvoorbeeld Het Ploetertje in Sijbekarspel die 498 uur in 2020 de poort open heeft gehad.
De Spetter in Abbekerk is in 2020 1550 uur open geweest, gevolgd door Het Zwembad in Midwoud met 1000 uur, Het Molenbad in Wognum/Nibbixwoud met 990 uur, De Weid in Andijk met 492 uur en het Zuiderzeebad in Medemblik op het vakantiepark Zuiderzee B.V. was 400 uur geopend voor de inwoners van de kern Medemblik.
Ondanks de coronacrisis in 2020 werden de zwembaden in de gemeente Medemblik nog goed bezocht.. Zo kwamen er 77.993 bezoekers in De Zeehoek in Wervershoof, kreeg het Zuiderzeebad in Medemblik 45.625 bezoekers al zal dit voor 2021 anders zijn omdat er andere afspraken tussen de gemeente Medemblik en de eigenaar van het zwembad zijn gemaakt. De Spetter in Abbekerk kreeg over 2020 22.500 bezoekers, De Weid in Andijk verwerkte tijdens de coronacrisis 19.000 bezoekers, Het Molenbad in Wognum/Nibbixwoud kreeg over 2020 15.353 bezoekers, Het Zwembad in Midwoud zag 13.500 bezoekers door de poort naar binnen komen en tot slot het Ploetertje in Sijbekarspel kreeg 8.475 bezoekers.
Foto: Het Zwembad in Midwoud (Foto: Rene Opstals Photography)