MEDEMBLIK – In Westfriesland is op initiatief van de VVD de voorrang voor statushouders geschrapt. In Utrecht zien we dat er extra is ingezet op het versneld huisvesten van statushouders ten koste van de eigen inwoners. Bijkomend nadelig gevolg is dat de statushouders die een woning hebben gekregen massaal hun baan blijken op te zeggen.
Andrea van Langen (VVD): “Ook in Medemblik is de taakstelling voor het huisvesten van statushouders recent verhoogd. Het laatst bij ons bekende bericht is dat er ook daadwerkelijk meer statushouders gehuisvest zijn en dat we op schema liggen om de (verhoogde) doelstelling te halen. De fractie van de VVD vindt het belangrijk dat statushouders ook daadwerkelijk meedoen in onze maatschappij, zeker gezien de krappe arbeidsmarkt“
Van Langen wilde daarom van het college weten of de gemeente op schema ligt met het huisvesten van statushouders.. In een reactie zegt de gemeente Medemblik dat de taakstelling van het huisvesten van 34 statushouders op schema ligt, 15 statushouders hebben een woning gekregen, en op korte termijn krijgen nog eens 11 statushouders een woning aangeboden. Voor de overige 8 moet de gemeente Medemblik nog flink op zoek naar woonruimte..
Door het maken van prestatieafspraken met de woningcorporaties, de woningcorporaties moeten jaarlijks een x-aantal woningen beschikbaar stellen aan statushouders, kunnen statushouders gedurende het jaar in woningen worden gehuisvest die vrij komen.
Van de statushouders die gehuisvest worden vind 40 á 45% een betaalde baan. Andrea van Langen ziet dit liever anders en vroeg het college in een serie schriftelijke vragen hoe het college dit gaat verbeteren.
De gemeente Medemblik zegt hierover in een reactie: “WerkSaam heeft een team waar vluchtelingencoaches de statushouders die onder de oude wet inburgering vallen re-integreren naar werk. Om dit te realiseren wordt gebruikt gemaakt van re-integratie voorzieningen& instrumenten. Voor statushouders die onder de nieuwe wet inburgering vallen is het Regionaal inburgeringsteam gestart om samen met de statushouder een passend inburgeringstraject vast te stellen waar afspraken over taal en participatie worden vastgelegd. Deze afspraken worden gecombineerd met de arbeidsverplichting die gelden vanuit de Participatiewet.“