MIDWOUD – Jordy van Workum zijn debuut op de worldcup in het Noorse Stavanger krijgt een vervolg, behalve de 1500 meter mag hij nu ook de 5000 meter gaan schaatsen. Jorrit Bergsma heeft zich afgemeld omdat hij zich niet fit voelt.
De 5000 meter wordt zaterdagmiddag verreden en start om 14.20 uur. Naast Jordy van Workum zullen ook Patrick Roest, Beau Snellink, Marcel Bosker en Kars Jansma starten op de 5000 meter.
In een interview met zijn ploeg Jumbo-Visma vertelt Jordy van Workum hoe hij hem nog wel even kneep of hij mocht rijden op de 1500 meter
Een kleine twee weken geleden zei je dat het ‘een beetje onwerkelijk’ voelde dat je de World Cups ingaat. Hoe is dat nu?
“Ik moet zeggen dat het nu lekker bezonken is. Ik kneep ‘m nog wel even of ik hem écht mocht rijden (de KNSB had de mogelijkheid om een aanwijsplek te geven), maar nu het definitief is, heb ik er vooral heel veel zin in. Ik vind het leuk om met al die gasten mee te gaan het World Cup-circuit in en nieuwe dingen te doen. Normaal gesproken rijd je in deze periode Holland Cups en werk je langzaam naar het kwalificatietoernooi in december toe. Nu ga je met mensen mee die dit al jaren doen. Dat wordt hoe dan ook heel leerzaam.”
Hoe bijzonder is het om als 22-jarige je World Cup-debuut te mogen maken?
“Dat is toch een kleine kroon op je werk. Veel grote schaatsers zijn zo begonnen en voor mij voelt het ook echt als een begin. Hier kan ik op doorbouwen. Sommige mensen hebben na het bereiken van de World Cups zoiets van: ik ben er. Mij geeft het juist extra veel motivatie om nóg dichter in de buurt te komen van die gasten.”
Je hebt je ticket verdiend dankzij een sterke 1500 meter op het WCKT. Hoe kijk je daarop terug?
“Het was niet de meest vlekkeloze rit uit m’n carrière. Ik zat in het eerste paar, dus ik wist niet zo goed waar ik aan toe was. Ik reed 1.46,50 maar had niet het idee dat het genoeg ging zijn voor een plek bij de eerste vijf. Toen ik aan het uitfietsen was, zag ik dat het ijs toch niet zo rap bleek te zijn. Iedereen had moeite met het tussenrondje, terwijl ik zelf één van de snelste tussenrondjes reed. Mijn start was echter wat langzamer, waardoor ik van mening ben dat het nog een stuk beter kan. De komende weken kan ik mezelf lekker verder ontwikkelen.”
Een week voor het WCKT reed je tijdens een trainingswedstrijd in Heerenveen al een razendsnelle 3 kilometer (3.42,89 PR). Gaf dat je een extra boost?
“Toen ik die tijd zag, was ik heel blij en dacht ik: ik ben goed bezig. In de week ervoor reed ik bij een trainingswedstrijd een mindere 5 kilometer, waardoor ik mezelf even goed op scherp heb moeten zetten. Uiteindelijk leer je veel meer van een foute dan een goede rit. Je gaat jezelf verbeteren als je slecht rijdt.”
Je komt vrijdagochtend in actie in de B-groep. Met welke verwachtingen sta je aan de start?
“Ik heb me nog nooit kunnen meten met het internationale veld, dus ik heb geen idee wat ik kan verwachten. Ik wil gewoon een goede race rijden en als ik het maximale eruit heb gehaald, ben ik tevreden.”