Afgelopen zomer zag ik op de socialmedia-app BeReal een foto langs komen waarop mijn jongste dochter, toen nog 16 jaar, aan een wijntje zat, ergens op een terrasje bij een horecagelegenheid. Vreemd, dacht ik. Hoe komt ze daaraan? Bij thuiskomst vroeg ik of ze gezellig gezeten had. Ja, dat had ze. Lekker even bijgepraat met haar vriendinnen, die overigens net als zij nog geen 18 waren.
Nieuwsgierig vroeg ik haar hoe ze aan het glas wijn kwam. ‘Nou mam, gewoon besteld,’ zei ze, ‘ze vragen nooit om legitimatie.’ ‘Oké, interessant,’ antwoordde ik, ‘is dat alleen bij dit café zo, lieverd?’ Ze reageerde ontkennend: ‘Ze vragen er bijna nooit om.’
Dit bevreemdde mij, en aangezien ik de uitbater van dit dranklokaal ken, besloot ik om er een mailtje aan te wagen. Want, zo redeneerde ik, zelf zou ik het graag willen weten als er niet gehandhaafd wordt in mijn bedrijf. Het antwoord kwam snel: ‘Ik neem het op met mijn team, dank.’ Of dit gebeurd is of niet laat ik in het midden, maar veranderd is het geenszins.
Hoe sterk is het contrast met hoe wij in supermarktland om gaan met de NIX18-regels. Hoe wij in onze branche regelmatig zelf checken of deze maatregels gehandhaafd worden. De dreiging met sluiting als je een keer te veel de regels overtreedt. Het tumult dat soms ontstaat bij de kassa na het vragen van legitimatie. Kortom, deze wet is niet grappig. Vooral omdat er naar mijn mening veel grijs gebied in zit op het gebied van handhaving.
In de jaren dat ik op Texel nog winkels had, heb ik Ivo Opstelten, destijds minister van Justitie, eens een brief geschreven. Na een korte uitleg over de uitdagingen die deze wet ons opleverde, nodigde ik hem uit om eens een dagdeel plaats te nemen achter de kassa. Antwoord kreeg ik wel, de uitnodiging werd als ‘aardig’ ervaren, maar deze wet viel niet binnen zijn taakgebied, deze lag bij de staatssecretaris. Tja, mijns inziens een gemiste kans vanuit het Haagse.
De wet is nu eenmaal de wet. Mijn auto kan ook veel harder rijden dan de voorgeschreven snelheid. Overtreed ik deze, dan ontvang ik een mooi schrijven met een bedragje. Balen natuurlijk, maar ik heb op dat moment gegokt en verloren. Maar dat wetten zo verschillend nageleefd kunnen worden, vind ik wel heel bijzonder.
Na een gesprekje met een vriendin die in de horeca werkt, kreeg deze case nog meer tinten grijs. Haar verweer tegen mijn stelling was: ‘In de horeca kan je hun drinkgedrag beter in de gaten houden. Wat ze in de super kopen, daar heb je geen controle op.’ Dat ze het bij ons gewoon niet meekrijgen, daar ging ze compleet aan voorbij. Ongetwijfeld zijn er vele horecagelegenheden die het NIX18-beleid gewoon goed op orde hebben.
Maar mijn dochter krijgt bij vele etablissementen in diverse stadjes en dorpen gewoon haar gevraagde glas wijn.
Ik pleit voor gelijke monniken, gelijke kappen. Dus óf alles loslaten en weer terug naar mijn jeugd, toen je met 15 jaar gewoon met een fles Passoã de slijterij uit kon lopen, óf handhaven met z’n allen.
Monique Ravenstijn