De emoties over het aangekondigde stikstofbeleid lopen steeds hoger op. Logisch, want het raakt mensen in de kern van hun bestaan. Voor veel boeren speelt dit nu letterlijk, maar voor de meeste Nederlanders is stikstof een ver-van-mijn-bed-show. Je hoort er veel over, maar wat merk je er als gewone mens nu van? Dat maakt het lastig
We horen nu vaak geluiden als ‘die soorten gaan we echt niet meer redden’, ‘moeten voor die paar zeldzame planten nu echt allemaal boeren weg?’ of ‘ Van stikstof merk ik niks. Is het zo erg dat er veel meer braamstruiken groeien? Dat is toch ook natuur?’
Gevaar instortende ecosystemen
Het punt is alleen dat die natuur slim in elkaar zit. Aan een gezonde natuur hoef je niks te doen. Het is een keten. De planten, insecten en dieren, alles is van elkaar afhankelijk. Mede door de stikstofproblematiek zien we hele ecosystemen in elkaar storten.
Als systemen over een bepaalde grens gaan, kun je ze niet meer herstellen en heeft dit effect op de rest van het ecosysteem. En daarvan maakt ook de mens deel uit. Het redden van de natuur betekent het redden van onszelf. Zo komt bijvoorbeeld onze voedselvoorziening in de knel als er geen gezonde bodemdieren zijn die zorgen voor een vruchtbare bodem of als er geen bijen of andere bestuivers meer zijn, die zorgen voor de bevruchting van soorten.
Samen
Het zou fijn zijn als mensen zich veel meer gaan beseffen dat het aanpakken van stikstof eigenlijk gaat over de toekomst van hun kinderen. Daarvoor is veel betere uitleg nodig over de impact van stikstof, maar óók over wat mensen zelf kunnen doen om te helpen.
Het gedrag van consumenten is van grote invloed op de stikstof, zowel op de industrie als op de landbouw. Gezonde natuur en landbouw staan niet tegenover elkaar maar kunnen goed samengaan en elkaar versterken, maar dan is wel de steun van een brede groep mensen nodig. Stikstof gaat over de toekomst van onze kinderen. Het is belangrijk dat te beseffen.
Jelle de Jong is directeur van IVN Natuureducatie