WEST-FRIESLAND – De daling van gasprijzen klinkt interessant, maar in de praktijk is het de vraag wanneer consumenten daar wat van merken. Vooralsnog zijn de dalende inkoopprijzen van gas vooral interessant voor energiebedrijven. Consumenten die verwachten de daling van de inkoopprijzen van gas snel in hun energietarief terug te zien, komen van een koude kermis thuis.
Dirk-Jan Wolfert van de Vastelastenbond: “Afhankelijk van het inkoopbeleid van een energieleverancier kan het tot wel zes maanden duren voordat consumenten dit terug gaan zien in hun tarieven en voorschotbedrag. Bij de meeste energieleveranciers duurt het zeker drie maanden voordat de daling in de tarieven is verwerkt. Dit zou dus betekenen dat consumenten pas vanaf april lagere tarieven krijgen. Het gasverbruik neemt dan fors af dus veel voordeel zullen consumenten er niet bij hebben. De winter – de periode waarin het verbruik het hoogst is – is dan al voorbij“
AMC moet toezicht houden
De toezichthouder Autoriteit Consument & Markt moet ervoor waken dat de prijsdaling volledig wordt doorberekend aan consumenten en bedrijven. ‘Het optimisme over dalende gasprijzen kan van korte duur zijn want de energieprijzen zijn extreem volatiel. Het ziet er nog niet rooskleurig uit op de Europese energiemarkt, want de situatie kan namelijk snel omslaan. Het is nu nog vrij warm buiten waardoor ons energieverbruik laag is. Wanneer het kouder wordt, stijgt de vraag naar energie en dat betekent dat de tarieven van gas en stroom de hoogte inschieten,’ aldus Dirk-Jan Wolfert
De verwachting is dat 2023 een duur jaar wordt voor consumenten.
‘Dit jaar kunnen we namelijk geen gebruik meer maken van Russisch gas. De gaskraan vanuit Rusland is dichtgedraaid en dat betekent dat we naar alternatieven moeten zoeken. De kans is heel groot dat die alternatieven veel duurder zijn.
Het prijsplafond vangt zeker klappen op, maar het is slechts een tijdelijke steunmaatregel en zeker geen oplossing. De overheid heeft al aangegeven dat het prijsplafond in 2024 op een andere manier wordt ingevuld. Er moet vanuit de overheid goed nagedacht worden over mogelijke oplossingen voor dit probleem.’ besluit Dirk-Jan Wolfert