Voorzitters Jan van Zanen (VNG), Jaap Smit (IPO) en Rogier van der Sande (Unie van Waterschappen) hebben aangegeven dat een goede samenwerking tussen het rijk en de decentrale overheden essentieel is om de grote maatschappelijke opgaven van deze tijd in samenhang aan te pakken. Daarbij is het belangrijk dat er niet alleen aandacht is voor de gezamenlijke ambities maar ook voor de condities waarbinnen die ambities moet worden gerealiseerd.
Klimaatbestendige keuzes
Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, heeft het nieuwe kabinet meegegeven om bij het bouwen van woningen van tevoren rekening te houden met de effecten van klimaatverandering en het waterbeheer. Van der Sande: “We worden geconfronteerd met een stijgende zeespiegel, meer en extremere hoosbuien en vaker en langer periodes van droogte. De waterschappen dringen erop aan om bij de bouw van woningen preventief watervriendelijke en klimaatbestendige keuzes te maken. Water en bodem moeten sturend zijn. Door van tevoren goed onderzoek te doen naar de geschiktheid van woningbouwlocaties in relatie tot het waterbeheer. En door woningen te bouwen die voldoen aan alle eisen, bijvoorbeeld weerstand tegen wateroverlast en gevolgen van overstromingen. Op deze manier kunnen schade door wateroverlast, overstroming en droogte in de toekomst zoveel mogelijk worden beperkt.”
Krachtig groen herstel
De decentrale overheden pleitten eerder dit jaar al voor een Krachtig Groen Herstel. Om de enorme vraag naar woningen, de strijd tegen klimaatverandering en de transitie naar duurzame energie te realiseren, is het nodig deze slim te combineren met een gezamenlijke aanpak in de regio. De decentrale overheden bundelen de krachten maar stellen daarbij een aantal voorwaarden, zoals evenwichtige bestuurlijke verhoudingen. Het is van belang dat nieuw beleid en wetgeving eerst getoetst worden op uitvoerbaarheid. En dat er een evenwicht is tussen taken, bevoegdheden en financiële middelen voor alle bestuurslagen.