ANDIJK – De rechtbank in Haarlem heeft één van de verdachten in een grote witwaszaak die zich deels in Andijk afspeelde vrijgesproken. Samen met anderen zou de verdachte een geldbedrag van ruim 340.000 euro uit criminele activiteiten zou hebben verworven. De rechtbank zegt in haar uitspraak dat de verdacht had kunnen weten dat dit geld uit misdrijf afkomstig zou kunnen zijn.
De officier van justitie vond tijdens de inhoudelijke zittingen op 14 en 28 juni j.l. dat het er genoeg bewijs was van het medeplegen van witwassen van een geldbedrag van 23.000 euro. De raadsman van de verdacht was het hier niet mee eens en vroeg later in de pleidooi om vrijspraak.
Alles draait om een Amerikaans bedrijf dat naar aanleiding van e-mails die zijn verstuurd door een persoon die zich voordeed als een werknemer van haar zakenrelatie in Nederland. In de e-mails werd verzocht een bedrag van 341.416,50 over te maken naar een Nederlands bankrekeningnummer. Dit bedrag werd op 20 april 2018 ontvangen op de Nederlandse rekening waarna het grootste deel van het geld direct werd doorgestort naar andere rekeningnummers.
Uit onderzoek naar de overboekingen is gebleken dat op 20 april 2018 om 13:11 uur een bedrag van € 23.000,- is overgemaakt naar een Turkse bankrekening. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat deze Turkse bankrekening op naam van de verdachte staat en dat zij dit geldbedrag dus voorhanden heeft gehad. Volgens de officier van justitie wist de verdachte (of had zij in ieder geval moeten vermoeden) dat het geld van misdrijf afkomstig was, omdat zij een groot geldbedrag op haar bankrekening heeft ontvangen van een bedrijf waarmee zij geen relatie heeft.
De verdediging heeft betwist dat de betreffende Turkse bankrekening van de verdachte is en aangevoerd dat het dossier op dit punt onvoldoende bewijs bevat. Voor het geval de rechtbank oordeelt dat de verdachte het bedrag van € 23.000 wel voorhanden heeft gehad op een Turkse bankrekening, verzoekt de verdediging om de verdachte in de gelegenheid te stellen daarover nader te verklaren, nu zij voor het eerst tijdens de zitting met dit standpunt van de officier van justitie is geconfronteerd.
Oordeel rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat zich in het dossier geen bewijsstukken bevinden op grond waarvan kan worden vastgesteld dat de verdachte de beschikking had over de € 23.000, die op 20 april 2018 vanaf de bankrekening naar een Turkse bankrekening is overgemaakt. In de omschrijving van de overboeking (zoals opgenomen in het door de politie aangeleverde Excel document opgesteld op basis van door de ABN AMRO bank aangeleverde gegevens) staat de naam van de verdachte vermeld. Dit is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om vast te stellen dat de verdachte de daadwerkelijke houder en beheerder was van deze Turkse bankrekening, nu nadere gegevens van bijvoorbeeld de Turkse bank en/of belastingdienst op dit punt ontbreken in het dossier.
Daarbij betrekt de rechtbank ook dat het dossier aanwijzingen bevat dat de medeverdachte mogelijk kon beschikken over bankrekeningen van anderen, nu in zijn woning diverse bankpassen (met pincodes) en documenten om bankrekeningen te openen op naam van anderen zijn aangetroffen. Onder deze omstandigheden spreekt de rechtbank de verdachte daarom vrij van het ten laste gelegde. Het voorwaardelijk verzoek van de raadsman behoeft dus geen bespreking.
De rechtbank spreekt de verdachte dan ook vrij van witwassen.