MEDEMBLIK – DSW maakt voor de twintigste keer op rij als eerste zorgverzekeraar de zorgpremie voor het nieuwe jaar bekend. De premie voor de basisverzekering voor DSW-verzekerden stijgt in 2025 met € 9,50 naar € 158,50 per maand. De belangrijkste reden voor deze premieverhoging is een verdere stijging van de kosten van de gezondheidszorg. Deze wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de toenemende vraag naar zorg, stijging van de loonkosten en nieuwe behandelmethoden. De premie voor de zorgverzekering stijgt al jaren en zet de betaalbaarheid van zorg ernstig onder druk. DSW doet een dringend beroep op de politiek: grijp nu in met een aantal fundamenteel andere keuzes binnen het huidige stelsel om de steeds hoger wordende premie een halt toe te roepen.
Zorgstelsel over houdbaarheidsdatum heen
Met de invoering van marktwerking binnen het zorgstelsel in 2006 is geprobeerd om de kostenstijgingen in de zorg te dempen en tegelijkertijd de kwaliteit van de zorg te verbeteren. DSW concludeert dat dit niet gelukt is. De opgave in de zorg is al jaren groot. Deze wordt in de toekomst alleen nog maar groter door de stijgende vraag naar zorg, personeelstekorten, lange wachtlijsten en de vergrijzing. Ook krijgen steeds meer mensen meerdere ziekten tegelijk waardoor behandelingen complexer worden. Hierdoor blijven de kosten van de zorg stijgen en daarmee ook de zorgpremie. DSW-directeur Aad de Groot: “Wij merken dat de grens aan wat mensen in Nederland voor zorg willen en kunnen betalen is bereikt. De solidariteit staat onder grote druk. De gezondheidsverschillen in Nederland worden te groot. De rek is er echt uit. Er zijn nu fundamenteel andere keuzes nodig binnen het huidige zorgstelsel.”
Marktwerking belemmert samenwerking
Iedereen is er inmiddels van overtuigd dat samenwerking noodzakelijk is om de problemen in de zorg aan te pakken. Deze samenwerking komt echter niet van de grond omdat de marktwerking in het zorgstelsel de samenwerking tussen zorgverzekeraars en zorgpartijen en die tussen zorgverzekeraars onderling belemmert. Zorgverzekeraars concurreren vooral op een zo laag mogelijke premie. Terwijl ze juist moeten investeren om de slag van zorg naar gezondheid te kunnen maken. Deze is nu nodig om de zorg op langere termijn voor iedereen toegankelijk en betaalbaar te houden. Daarom doet DSW de oproep om een groot deel van de marktwerking uit het zorgstelsel te halen. Dit kan door het verlagen van de zorgpremie tot een bedrag van circa € 30,- per maand, de productiebekostiging in de zorg af te schaffen en door regionaal in representatie te contracteren in plaats van landelijk. Ook pleit DSW voor het wijzigen van het Integraal Zorgakkoord in een Integraal Gezondheids Akkoord met een vrij besteedbaar regiobudget.
Zorgverzekeringsmarkt faalt
De bedoeling van het zorgstelsel was dat zorgverzekeraars zich zouden onderscheiden op betere en meer doelmatige zorginkoop. De conclusie is gerechtvaardigd dat zorgverzekeraars daar niet in geslaagd zijn. DSW ziet vooral dat zorgverzekeraars zich proberen te onderscheiden door budgetpolissen met een zo laag mogelijke premie gericht op jonge en gezonde verzekerden. Aangezien de zorgkosten hierdoor niet dalen, ondermijnt deze handelswijze de solidariteit. DSW stelt vast dat de zorgverzekeringsmarkt duidelijk faalt en dat maatregelen nodig zijn om ook de marktwerking tussen zorgverzekeraars in te perken. Wij pleiten voor het afschaffen van het vrijwillig eigen risico, het beperken van het aantal polissen tot drie per verzekeringsconcern en een verbod op budgetpolissen. Daarnaast zijn wij voorstander van één onafhankelijke vergelijkingssite zonder winstoogmerk.
Van marktwerking naar samenwerking
Als deze fundamentele keuzes gemaakt worden, schept dat binnen het huidige stelsel ruimte voor samenwerking tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders en tussen het zorgdomein en het sociale domein. Zorgverzekeraars kunnen de hoogste prioriteit geven aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid, namelijk om de zorg ook in de toekomst toegankelijk en betaalbaar te houden en te investeren in passende oplossingen die op de langere termijn leiden tot een minder grote vraag naar zorg en ondersteuning.