ENKHUIZEN/ANDIJK – De verkoop van een partij vervalste merkkleding is op 7 januari vorig jaar behoorlijk uit de hand gelopen. Dat bleek donderdag tijdens een strafzitting bij de rechtbank in Alkmaar tegen drie mannen, die ervan worden verdacht dat ze de verkoper uiteindelijk hebben overvallen onder bedreiging van een vuurwapen. Dat zou volgens hen echter helemaal niet het originele plan zijn geweest.
De 35-jarige Jurian H. vertelde dat hij eerder was opgelicht door het vermeende slachtoffer en hem daarom zijn handelswaar wilde afpakken. Daarom besloot hij zijn broer, de 38-jarige Stephan H., te bellen. Die belde op zijn beurt Henrich G. (38) uit Hoorn, zijn voormalige drugsdealer om te helpen als het slachtoffer niet alleen naar het afgesproken industrieterrein in Andijk te komen. Stephan H. gaf op zijn beurt aan dat het oorspronkelijke plan was om het slachtoffer met vals geld te betalen. Henrich G. zei dat hij wel met de broers gesproken heeft over de afspraak, maar dat hij uiteindelijk niet op de plaats delict is geweest.
Volgens het slachtoffer trok een van de overvallers, volgens het Openbaar Ministerie (OM) zou dat G. zijn geweest, een vuurwapen. Ze namen vervolgens niet alleen de kleding mee, maar ook de bus van het slachtoffer. Stephan H. reed in de bus richting een begraafplaats naar Opmeer, gevolgd door zijn jongere broer. Daar stopten ze om de buit te veroordelen en werden ze uiteindelijk aangehouden.
Het OM stelde dat er voldoende bewijs is dat de drie mannen zich schuldig hebben gemaakt aan de overval. Dat baseerde de officier van justitie onder andere op de aangifte, chatgesprekken tussen de mannen en de zendmasten die hun telefoons hebben aangestraald. Ze vorderde daarvoor gevangenisstraffen tot 32 maanden, waarvan 12 voorwaardelijk. Tegen Stephan H. werd de zwaarste straf geëist omdat hij zich ook aan andere overtredingen schuldig zou hebben gemaakt. Jurian H. hoorde 30 maanden waarvan 12 voorwaardelijk tegen zich eisen, en G. 31 waarvan 12 voorwaardelijk. De advocaten van de drie verdachten vroegen de rechter allemaal om uit te gaan van de lezing van hun cliënt.
30 januari uitspraak.