MEDEMBLIK – De gemeente Medemblik heeft in 2024 gesprekken gevoerd met de huisartsenpraktijken in de gemeente Medemblik met als insteek de samenwerking tussen gemeente en de huisartsen in de gemeente te verbeteren. Naar aanleiding van deze gesprekken is de Samenwerkingsagenda Huisartsen opgesteld. De Samenwerkingsagenda Huisartsen is het startpunt van waaruit de continuïteit om ondersteuning en zorg te leveren wordt gewaarborgd. Tevens sluit de samenwerkingsagenda aan bij de vier opgaven uit het Meerjarenbeleid Sociaal Domein waarin Medemblik streeft naar kansrijk opgroeien, vitaal oud worden, mentaal gezond zijn en gezond leven voor de inwoners van de gemeente Medemblik
Zorg op de juiste plek
Ook moet de samenwerkingsagenda gaan zorgen dat de zorg op de juiste plek voor de inwoners van de gemeente Medemblik komt. Nu is het vaak dat patiënten bij de huisarts komen voor problemen die niet bij de huisarts thuishoren. Binnen het sociaal domein en de voorliggende voorzieningen is goede ondersteuning te krijgen voor dit soort problemen. Door middel van betere samenwerking kunnen huisartsen inwoners meer doorverwijzen naar voorliggende voorzieningen. In deze samenwerkingsagenda zijn knelpunten geïdentificeerd die huisartsen en de gemeente ervaren. Daaropvolgend zijn er een aantal afspraken geformuleerd over de samenwerking. Deze afspraken dragen bij aan het realiseren van betere samenwerking tussen huisartsen en de gemeente.
Huisartsen hebben als medisch-generalist en vertrouwde dokter een cruciale rol voor patiënten binnen de kernen van de gemeente Medemblik. Daar waar patiënten kampen met een hulp- of ondersteuningsvraag buiten het medisch domein kunnen huisartsen patiënten verwijzen naar het sociaal domein: het sociaal loket of maatschappelijke ondersteuning vanuit het voorliggend veld. Ook kunnen ze wijzen op maatschappelijke ondersteuning door de gemeente. Daar waar het kinderen betreft kunnen zij deze patiënten verwijzen naar de jeugdzorg, het liefst via het jeugdteam van de gemeente.
De gemeente Medemblik ziet vooral knelpunten op het gebied van communicatie over beleidsontwikkelingen én op patiëntniveau, maar ook dat het voorliggend veld niet bekend is of te weinig wordt gebruikt. Daarnaast blijft de wachtlijst bij de jeugd een knelpunt en ook de terugkoppeling en gegevensdeling op patiëntniveau en de huisvesting en praktijkopvolging blijken knelpunten te zijn.
Wachtlijsten jeugd en Wmo
Door wachtlijsten bij het jeugdteam wordt het doorverwijzen naar hen bemoeilijkt. Hierdoor kiezen huisartsen er vaak voor om direct door te verwijzen naar specialistische jeugdzorg, wat niet altijd noodzakelijk is en duurdere zorg is voor de gemeente. De gemeente heeft een duidelijke wens richting de huisartsen uitgesproken: verwijs eerst door naar het jeugdteam. De gemeente begrijpt ook dat dit door de huidige wachtlijsten op dit moment niet haalbaar is, maar hoopt dat hier verandering in komt zodra de wachtlijsten beheersbaar zijn.
Huisvesting is een belangrijk aandachtspunt voor huisartsen.
Het uitbreiden en onderhouden van bestaand vastgoed blijkt vaak lastig, terwijl dit nodig is met het toenemen van de zorgvraag. Huisvesting bemoeilijkt ook het vinden van praktijkopvolging. Gebrek aan ruimte heeft veelal ook tot gevolg dat praktijken geen personeel aan kunnen nemen of professionals kunnen opleiden. Dit heeft allemaal invloed op de continuïteit van huisartsenzorg.
De gemeente wil hierin meedenken en faciliteren waar mogelijk. Volgens huisartsen kan een nieuwe praktijkruimte, zoals een gezondheidscentrum, een aantrekkelijke optie zijn, waarbij de gemeente een ondersteunende rol kan spelen. De handreiking huisvesting huisartsen en gezondheidscentra biedt hiervoor een aantal concrete handvatten.
Lees ook: René Kant, huisarts Andijk: “Ook in onze regio dreigen huisartsenpraktijken om te vallen”
Om dit nu allemaal te kunnen opvangen zijn er tussen de gemeente en de huisartsen afspraken gemaakt over hoe beide partijen elkaar op de hoogte houden en er gaat worden gezorgd voor een doorlopende lijn vanuit de huisartsen naar het sociaal domein en vice versa, maar ook op patiënten niveau zal intensiever gaan worden samengewerkt.