MEDEMBLIK – Dat blijkt uit de brief die het Ministerie van Klimaat en Groene Groei aan wethouder Harry Nederpelt heeft gestuurd. Hart voor Medemblik vroeg eerder in schriftelijke vragen of de wethouder deze ook heeft gekregen net zoals Hollands Kroon, die al eerder liet weten niets te zien in het plan voor zonne-atollen voor de kust van Hollands Kroon en Medemblik.
In de brief schrijft de minister dat de gezamenlijke integrale verkenning naar de haalbaarheid van het project is afgerond. “In deze verkenning is onderzocht in hoeverre de locatie Wieringerhoek geschikt/kansrijk is voor een integraal zon-op-waterproject, op zon manier dat het verenigbaar is met de andere functies en waarden in het gebied. In het brede DG-overleg d.d. 17 september 2024 heb ik u, mede namens de andere betrokken departementen (IenW, LVVN, Defensie en VRO), laten weten dat, op basis van de uitkomsten van deze verkenning, we de Wieringerhoek niet voldoende kansrijk achten. Om deze reden wensen wij hier nu geen vervolgstap in te zetten“
Diverse instanties die te maken hebben met de zonne-atollen waren tegen de komst van de zonne-atollen, zo liet Water en Bodem weten dat de ontwikkeling van een zon-op-waterproject in de Wieringerhoek ten koste kan gaan van de zoetwatervoorraad en waterbergingscapaciteit van het IJsselmeer en dat een zon-op-waterproject in de Wieringerhoek hoogstwaarschijnlijk in landaanwinning in het IJsselmeer zou voorzien.
Volgens Natuur en Visserij bevind het zoekgebied Wieringerhoek zich in het Natura-2000 gebied ‘IJsselmeer’ waardoor het rustgebied en de voedselbeschikbaarheid voor N2000-soorten onderdruk zou komen te staan, daarnaast zou het zon-op-waterproject een negatieve invloed hebben op het bevisbare areaal en ten koste gaan van de beroepsvisserij.
Defensie zegt weer dat de Wieringerhoek overlapt met het gebied dat door Defensie wordt gebruikt als onveilige zone tijdens schietoefeningen vanaf het schietterrein Breezanddijk op de Afsluitdijk. En ten slotte van uit Ruimte is het bezwaar dat eerder al de voorkeur is gegeven om eerst te kijken naar de mogelijkheid van zonnepanelen op daken en gevels en pas daarna op landbouwgronden en natuurgronden.