MEDEMBLIK – Defensie heeft nog 5 locaties in onderzoek voor de uitbreiding van jachtvliegcapaciteit. Een daarvan is Lelystad Airport (naast vliegbasis Woensdrecht, voormalig vliegbasis De Peel, Groningen Airport Eelde en Twente Airport). Dat liet staatssecretaris Gijs Tuinman donderdag 12 december aan de Kamer weten.
Het is nodig om activiteiten met jachtvliegtuigen binnen Nederland uit te breiden. Ondanks intensief gebruik van simulatoren en trainingen in het buitenland, heeft het luchtmachtpersoneel hier nu onvoldoende mogelijkheden voor in Nederland. Om hun kennis en ervaring op peil te houden, is het noodzakelijk dat zij ook meer in Nederland trainen. Daarvoor is extra ruimte nodig. Dit geldt ook voor de tijdelijke stationering van jachtvliegtuigen van bondgenoten en tactische spreiding van de toestellen. De Luchtmacht wil in de omgeving van Opmeer en in de Wieringermeer het laagvlieggebied verder uitbreiden voor o.a. de Chinooks.
Geluidshinder
Voor omwonenden van de aangemerkte zoekgebieden is geluidshinder daarbij een belangrijke zorg. Het aantal woningen in de omgeving is daarom een maatgevend aspect in het onderzoek naar de milieueffecten (planMER-onderzoek). Uit de resultaten blijkt dat Lelystad Airport de minste negatieve geluidseffecten heeft voor wat betreft het aantal woningen. Daarna volgen als minst slechte alternatieven voormalig vliegbasis De Peel en Groningen Eelde Airport.
Vervolgstappen
De staatssecretaris heeft de betrokken provincies en gemeenten inmiddels geïnformeerd over de onderzoeksresultaten voor bovengenoemde uitbreidingen. Gemeente Harderwijk houdt de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.
Beslissing aan kabinet
Naar verwachting beslist het kabinet begin 2025 via de ontwerp beleidsvisie over de voorkeursalternatieven en of Defensie op deze locaties mag uitbreiden. Dan zijn ook alle resultaten van de milieueffectrapportage (planMER) beschikbaar. Zodra de ontwerp beleidsvisie is gepubliceerd, kan iedereen in Nederland daar nog zienswijzen over indienen. Deze neemt het kabinet mee in de besluitvorming over de definitieve locaties.