MEDEMBLIK – Hulp krijgen bij het maken van je huiswerk, je verder ontwikkelen via sport of je door extra technieklessen oriënteren op een toekomstige baan. Niet ieder kind komt hier van huis uit mee in aanraking, terwijl dit wél belangrijk is om optimaal te leren en verder te komen. Daarom lanceert minister Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) vandaag, tijdens de eerste officiële opening van het schooljaar, het programma School & Omgeving. Daarmee krijgen tienduizenden leerlingen naast hun reguliere lessen op en rondom school extra activiteiten en ondersteuning aangeboden.
Minister Wiersma: ,,Iedereen moet op school goed leren lezen, schrijven, rekenen en leren hoe we in Nederland met elkaar omgaan. Maar je ontwikkeling gaat over veel meer dan dat: een groot deel daarvan gebeurt buiten de school, in je omgeving daaromheen. Je ontdekt bijvoorbeeld dat je goed kunt programmeren als je met vrienden thuis aan computerprogramma’s sleutelt. Door in een team te sporten, leer je beter samen te werken. We moeten zorgen dat elk kind optimaal kansen kan pakken, ongeacht waar je woont, het inkomen van je ouders of de omstandigheden waarin je opgroeit. Daarom gaan we komende jaren aan de slag met het verrijken van de school en omgeving voor leerlingen in het primair- en voortgezet onderwijs, zodat uiteindelijk alle leerlingen eerlijke kansen krijgen.’’
Voorlopers en starters
Binnen het programma werken scholen, gemeenten, kinderopvangorganisaties, sportclubs en andere lokale partijen samen om de kansen voor kinderen te vergroten. Wat je naast school leert, is immers ook belangrijk voor hoe je óp school uit de verf komt en bijvoorbeeld voor de baan die je later krijgt. Het programma School & Omgeving wordt komend schooljaar uitgerold in de 130 gebieden waar dat het hardste nodig is. Met 45 regio’s hiervan die zo’n aanpak al hebben, wordt gekeken wat het beste werkt en zo een methode ontwikkeld waarmee op termijn veel meer leerlingen kunnen worden geholpen. Wiersma bezocht vandaag enkele van deze voorlopers in Rotterdam en Dordrecht en opende met hen het nieuwe schooljaar, onder meer met een speech.
Lokale coalities en lokale keuzes
Hoe je de kansen van kinderen kunt vergroten, kan per regio verschillen. Afhankelijk van de achtergrond van de kinderen, hebben zij immers andere behoeftes. Daarom kiezen lokale coalities van scholen, gemeenten en andere organisaties zelf wat ze aan extra activiteiten bieden. Het kabinet trekt voor kansengelijkheid de komende jaren in totaal 1 miljard euro uit. Specifiek voor School & Omgeving is dit jaar 34 miljoen euro beschikbaar.
Veilige omgeving
De activiteiten vinden op of rond de school plaats omdat dit voor leerlingen een veilige plek is waar ze toch al zijn. Dat maakt het voor hen heel laagdrempelig om mee te doen. Maar de school hoeft het natuurlijk niet alleen te doen. De lokale coalities voeren samen met de school het programma uit. Dat betekent dan ook dat het programma niet zomaar meer werk betekent voor leraren en ander onderwijspersoneel.
Brede aanpak
Met het programma School & Omgeving geeft minister Wiersma invulling aan afspraken in het coalitieakkoord. Het programma past bij een pakket aan maatregelen die hij eerder dit jaar nam om leerlingen eerlijke kansen te bieden. Zo wil hij er met zijn masterplan basisvaardigheden voor zorgen dat zij beter leren lezen, schrijven en rekenen en kunnen meedoen in de maatschappij. Met het Onderwijsakkoord wordt de loonkloof tussen primair en voortgezet onderwijs gedicht en geïnvesteerd in voldoende en goed opgeleide leraren. Binnen het Nationaal Programma Onderwijs, bijvoorbeeld, is extra aandacht voor leerlingen met veel leervertragingen. Dit programma werd in februari met twee jaar verlengd. Voor de zomer kwam Wiersma met een extra aanpak om het aantal thuiszitters te verminderen.