MEDEMBLIK – De bewoonster van een huurhuis met garage in Medemblik moet van de rechter dit pand binnen een maand hebben ontruimd. De vrouw heeft financiële problemen en heeft een huurachterstand van drie maanden opgelopen, die inmiddels 4500 euro bedraagt. De rechter kan zich voorstellen dat ontruiming ingrijpend is, maar vindt dat de verhuurder niet de dupe hoeft te zijn van de financiële problemen van de huurster.
De verhuurder was naar de kantonrechter gestapt met de eis dat de woning met garage en bovenruimte die zij verhuurt, moet worden ontruimd. De huurster, die het pand sinds voorjaar 2019 huurt, komt al sinds augustus haar verplichtingen niet na. De huur van 1500 euro is al drie maanden niet betaald. De verhuurder wil dat geld zien, evenals voor iedere maand totdat het huis is ontruimd. Plus de onkosten.
De kantonrechter heeft dat in kort geding toegewezen en gaat ervan uit dat in een uitgebreidere bodemprocedure dezelfde beslissing zal worden genomen. De huurster heeft erkend dat er een huurachterstand is. Zij wil wel de huur voor de woning in Medemblik wel betalen, maar kan dat momenteel niet omdat haar opdrachtgevers haar niet betalen. De huur is te hoog om op te kunnen hoesten. De vrouw is op zoek naar een sociale huurwoning, maar is nog niet in die zoektocht geslaagd.
De huurster krijgt van de rechter vanwege haar persoonlijke situatie vier weken de tijd om de woning te ontruimen en ook vanwege de bijzondere omstandigheden rond het corona-virus, zo staat in het vonnis te lezen. De huurster moet aan de verhuurder naast de huurachterstand nog zo’n 1800 euro betalen aan proceskosten en incassokosten, heeft de rechter besloten.