NIBBIXWOUD – De rechtbank in Alkmaar heeft donderdag uitspraak gedaan in de zaak van de 28-jarige M.F. De man, afkomstig uit Nibbixwoud, moest op 7 september in de Alkmaarse rechtbank verschijnen. Hij werd verdacht van witwassen en heling in de periode van 17 juni 2016 tot 21 juli 2020.
Gestolen auto-onderdelen
Op 21 juli 2020 doorzocht de politie, naar aanleiding van een melding van een buurtbewoner, de garage waar F. werkzaam was. Er zou onder verdachte omstandigheden een Mercedes naar binnen gebracht zijn – iets wat volgens buurtbewoners wel vaker voorkwam. Toen de politie zich toegang tot het pand verschafte, troffen ze F. aan, die dezelfde auto aan het strippen was. Verder troffen ze dozen met auto-onderdelen aan. Wat ze ook vonden, waren dozen met persoonlijke eigendommen van mensen, vermoedelijk de rechtmatige eigenaren van de auto’s. Een van deze spullen was een dokterstas, waar ook een identiteitsdocument in zat van een van de gedupeerden. Tot slot namen de agenten 102 gram cannabis in beslag.
Lees ook: 36-jarige inwoner Nibbixwoud aangehouden op verdenking mishandeling 83-jarige man uit Wognum
Politie had geen toestemming
Volgens F.’s advocaat had de politie de garage niet binnen mogen komen. De politie zou niet genoeg aanleiding hebben om een inval te mogen doen. De rechter besloot dit te verwerpen. Ze haalde aan dat de melding op 21 juli geen unicum was. Er kwamen wel vaker meldingen van bezorgde buurtbewoners binnen, die auto’s onder verdachte omstandigheden de garage binnen zagen komen.
F. beweerde zelf niet te weten dat de auto-onderdelen uit diefstal afkomstig waren. Ook dit werd door de rechter verworpen. Hij werd schuldig verklaard voor heling. Ook voor het bezit van een flinke hoeveelheid cannabis werd hij veroordeeld. Het enige feit waarvoor de rechter niet genoeg bewijs zag, was het witwassen. Daarvoor werd hij vrijgesproken.
F. heeft geen vergelijkbare feiten op zijn strafblad. Daarom besloot de rechter hem geen gevangenisstraf op te leggen, maar een volledig onvoorwaardelijke taakstraf. Oorspronkelijk zou deze 160 uur bedragen, maar omdat de redelijke termijn met 9 maanden is overschreden, besloot ze het aantal te verlagen. De straf die nog overblijft voor F. is een werkstraf van 140 uur.
