WEST-FRIESLAND – De provincie heeft samen met netbeheerders Liander en TenneT en met de betrokken gemeenten en stakeholders projecten in kaart gebracht die van regionaal belang zijn om de huidige knelpunten in de elektriciteitsnetten op te lossen én om het energiesysteem van de toekomst te realiseren.
Dit zogenoemde provinciale Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat wordt eind maart door de provincie aangeboden aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en is op 7 maart 2023 vastgesteld door Gedeputeerde Staten. Netbeheerders zullen deze projecten extra gewicht geven in het investeringsplanproces waarin een integrale weging van alle uitbreidingsprojecten plaatsvindt.
Het energiesysteem in Noord-Holland verandert in hoog tempo. Bedrijven en consumenten willen verduurzamen. Elektriciteit is steeds vaker de belangrijkste energiebron voor bedrijven en verkeer en vervoer. Ook wordt meer stroom zelf opgewekt. Hierdoor loopt het elektriciteitsnet op veel plekken vol en is op grote schaal uitbreiding nodig. Daarnaast moet er worden geïnvesteerd in waterstof- en warmtenetten. Die kunnen een deel van de energievraag in de toekomst opvangen.
Ontwikkelingen van regionaal belang
Om de huidige knelpunten op te lossen, worden komende 10 jaar verspreid over de hele provincie 55 nieuwe elektriciteitsstations gebouwd en 56 stations uitgebreid door TenneT en Liander. De verwachting is dat de vraag naar elektriciteit ook in de verdere toekomst sterk blijft stijgen (soms wel een verviervoudiging of meer). Overal tegelijkertijd blijven uitbreiden wordt dan onhoudbaar.
Daarom moeten er keuzes worden gemaakt: hoe ziet Noord-Holland er uit over 10 tot 15 jaar en hoe gaan we dan om met energie? Hoe kunnen warmtenetten of andere energiedragers (groen gas, waterstof) het elektriciteitsnet ontlasten? Hoe verduurzaamt de industrie en verkeer en vervoer? Energievisies voor Noord-Holland Noord en Zuid geven een beeld hoe energievraag, -aanbod en -infrastructuur zich na 2030 zullen ontwikkelen en op welke ‘energieknooppunten’ die samenkomen.
In de provincie zijn 7 knooppunten benoemd die van regionaal belang zijn. Hier moet grootschalig geïnvesteerd worden in nieuwe energie-infrastructuur. Denk aan de uitbreiding van elektriciteitsstation Oterleek (regio Alkmaar) dat maar liefst 11 gemeenten in stedelijk en landelijk gebied van stroom voorziet. Een ander voorbeeld van zo’n knooppunt is het Noordzeekanaalgebied met de IJmond, de Amsterdamse Haven en het zuidelijke gedeelte van Zaanstad; het industriële hart van de regio. Een regionaal waterstofdistributienet in het Noordzeekanaalgebied en de aansluiting van Den Helder op het nationale waterstofnetwerk van Nederland zijn ook voorbeelden waarin investeringen volgens de provincie, netbeheerders en gemeenten cruciaal zijn.
Energieknooppunten
Knooppunt-gebieden in Noord-Holland Noord:
- Den Helder
- Alkmaar
- Hoorn-Enkhuizen
- Middenmeer
Knooppunt-gebieden in Noord-Holland Zuid:
- Stad Amsterdam en Diemen
- Noordzeekanaalgebied
- Amstelland-Haarlemmermeer
Van energiebesparing tot keuzes in de omgeving
In de energievisies staan enkele algemene principes voor de hele provincie. Denk aan energie besparen als eerste stap. Want alle energie die niet gebruikt wordt, hoeft ook niet opgewekt te worden. Een ander uitgangspunt is de vraag naar energie en het aanbod ervan dichterbij elkaar te plaatsen. Hiermee en door slimme oplossingen, zoals energieopslag, is er minder nieuwe infrastructuur nodig. Essentieel voor het energiesysteem van de toekomst zijn keuzes die gemaakt moeten worden bij de inrichting van de leefomgeving. Met alle (duurzame) ontwikkelingen in de regio zal de energie-infrastructuur steeds meer richting geven aan de ruimtelijke ordening in de provincie.
2-jaarlijks proces
Het provinciale Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat met de belangrijkste regionale projecten wordt elke 2 jaar opnieuw geactualiseerd en vastgesteld. De provincie Noord-Holland, netbeheerders Liander, TenneT en gemeenten spannen zich in de Taskforce Energie-infrastructuur in om zo snel mogelijk het elektriciteitsnetwerk uit te breiden. Gezamenlijk hebben zij nu een integraal beeld geschetst van de energievraag en het -aanbod in 2030 en verder.
Om vraag en aanbod te kunnen faciliteren moeten er tijdig keuzes worden gemaakt over de infrastructuur en ruimte die ervoor nodig is. Alleen door samen vooruit te kijken kunnen knelpunten worden voorkomen en nieuwe ontwikkelingen in de regio mogelijk gemaakt.