‘Nederlandse voedselproductie moet anders: meer samenwerking in de keten en groener’

WEST-FRIESLAND – De wereld zit aan haar limiet, schrijft DenkWerk in het recent verschenen rapport ‘Voorbij netto-nul naar planeet-positief’. Naast belangrijke transities op het gebied van energie en gebruik van materialen benoemt het rapport ook de voedseltransitie. De groei van de wereldbevolking en de wereldwijd stijgende welvaart leiden tot een toenemende voedselbehoefte. Een grondstoffentekort dreigt, of is zelfs al het geval. Het is daarom dringend tijd voor verandering.

Ceel Elemans, Banker Food bij ING zegt hierover: ‘Nederland is een toonaangevend voedselland. Wanneer de voedselproductie in Nederland vermindert, ontstaat in het buitenland een grotere voedselvraag met een hogere klimaatdruk en milieubelasting tot gevolg. Minder produceren is dus niet dé oplossing. Andere opties zoals eenzijdig rood vlees uitbannen en inzetten op dierlijke eiwitvervangers zijn niet zaligmakend. Ook een suiker- of vleestaks of 0 procent btw-tarief op groente en fruit, die ons belastingsysteem niet eens aan kan, zijn niet ‘het ei van Columbus’’.

Duurzamer voedsel kopen

Het is erg lastig om in de praktijk opbrengsten van heffingen gericht in te zetten voor het oplossen van een onderliggend probleem, volgens Elemans. “Zie bijvoorbeeld de verhuurderheffing die wordt afgebouwd. Als meer consumenten duurzamer voedsel gaan kopen, leidt dat tot hogere productie en dus lagere kosten per eenheid.”

De oplossing ligt wel bij betere samenwerking en groener produceren. Dat kan uiteindelijk ook leiden tot lagere productie, maar is geen doel an sich. “De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de keten, die voor elke schakel behoort te zorgen voor een eerlijk rendement. Dat stimuleert duurzamer produceren en consumeren. Succesvolle voorbeelden zijn er al. Denk aan het ‘Beter voor’-concept van Albert Heijn, waarin de boer een hogere beloning krijgt voor duurzame productie. Toenemende maatschappelijke druk leidt tot meer duurzame concepten in het schap,” aldus Elemans

Deze verandering in produceren vraagt om meer voorlichting van de overheid, de voedingsindustrie en de supermarkten over een gezond voedselsysteem. Uiteindelijk zullen convenanten en gedragscodes gaan helpen, omdat deze uitgaan van intrinsieke motivatie. De consument moet ook zelf werken aan meer variatie op het bord.