Knokploeg Wervershoof, 15 mensen die zich bezighielden met het saboteren, uitschakelen van de bezetter in de Tweede Wereldoorlog

WERVERSHOOF – Er waren verschillende verzetsgroepen actief in de regio, waaronder de Knokploeg Wervershoof, die bestond uit zo’n vijftien personen. Deze groep was vooral actief in het plegen van sabotageacties, zoals het opblazen van een spoorbrug en het vernielen van telefoon- en elektriciteitskabels. Ook werden er wapens en munitie verstopt in het gebied rond Wervershoof.

Een andere verzetsgroep in de regio was de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO), die onder meer onderduikadressen regelde voor Joodse mensen en andere personen die gezocht werden door de Duitse bezetter.

Knokploeg Wervershoof

De Knokploeg Wervershoof richtte zich onder meer op het vernielen van belangrijke infrastructuur, zoals spoorbruggen en elektriciteitskabels. Zo werd er in september 1944 een spoorbrug bij Wognum opgeblazen door leden van de Knokploeg. Ook werden er wapens en munitie verstopt in het gebied rond Wervershoof, die gebruikt werden bij verzetsacties.

Naast sabotageacties was de Knokploeg Wervershoof ook betrokken bij het organiseren van onderduikadressen voor Joodse mensen en andere personen die gezocht werden door de Duitse bezetter. Zo werden er onder meer onderduikers verborgen in schuilplaatsen in de tuin van een boerderij aan de Oosterdijk in Wervershoof.

Naast deze verzetsactiviteiten vond er ook een tragische gebeurtenis plaats in Wervershoof tijdens de oorlog. Op 13 oktober 1944 stortte een Britse bommenwerper neer in een weiland bij Wervershoof, waarbij alle zeven bemanningsleden om het leven kwamen.

Simon Koopman, een ware held

Simon kwam in de oorlog met het verzet in contact door de hoofdonderwijzer van het openbare schooltje aan de Lagedijk, Nico Akkerman.  Simon’s taak in het verzet was in het begin vooral het plaatsen van onderduikers bij particulieren, ze van bonkaarten en een geldig persoonsbewijs voorzien.

Later kwam Simon in contact met de Knokploeg van West-Friesland, die vooral aanslagen pleegden op distributiekantoren. Simon zorgde dat er alarm werd geslagen als er gevaar dreigde, Simon bracht geld bijeen om gezinnen die achterbleven te verzorgen en Simon selecteerde nieuwe strijders voor de nog op te richten Binnenlandse Strijders in 1944.  Simon was onvermoeibaar in zijn strijd tegen de bezetters, zijn idealisme voerde de overhand en dat werkte stimulerend op al zijn andere vrienden en vriendinnen in het verzet.

Duitse overvalwagens verschenen in de vroege morgen in het dorp en hadden het duidelijk voorzien op de woningen van de verzetsmensen. Jan Langedijk werd in de overvalwagen afgevoerd, Jan Lodder werd fietsend bij de Nieuwstraat opgepakt en Johnnie Huibrecht werd bij Jan Lodder opgepakt. Bij de familie Pronk hebben ze geen overval gedaan.

‘Ik zei tegen Langedijk: ‘Pak je fiets, neem je verzekeringsboekje mee, blijf zo rustig mogelijk en fiets weg!’ Ik zag dat Langedijk van angst en ontzetting volkomen van de kaart was. Hij is inderdaad het huis uitgelopen en … ja, ik heb hem nooit weer gezien.’ vertelt Hovenga die getuige was deze dag.

Piet Stokhof wist die morgen aan de arrestatie te ontkomen, doordat ze Klaas Schoenmaker (iemand die ook actief was in het verzet) aanzagen voor Piet Stokhof. Piet Stokhof zocht meteen contact op met de knokploeg van West-Friesland om de gearresteerden meteen weer te bevrijden. Toen hij die middag terugkwam om degene die achtergebleven waren op de hoogte te stellen van de bevrijdingsactie, waren de Duitsers daar opnieuw. Hij vluchtte en verstopte zich onder een schuurtje en later probeerde hij over het ijs weg te komen. Hij zakte echter door het ijs en werd alsnog opgepakt.

De arrestanten werden verzameld op de Dorpstraat en werden daarna afgevoerd naar Medemblik. Na het verblijf in Medemblik zijn ze naar Alkmaar overgebracht en ook na een kort verblijf daar zijn ze naar Amsterdam in de gevangenis op de Weteringschans overgebracht.

Nico Akkerman werd ook gezocht op 25 januari, maar was niet te vinden en is daardoor aan de eerste razzia ontsnapt. Ondanks deze gebeurtenis bleef hij zich toch vrij bewegen en dook niet onder. Bij de razzia van 3 februari 1945 moest hij zich verschuilen in een schuilruimte boven de hal van de school. Door domme pech trapte iemand door het plafond op het moment dat de Duitsers daar stonden. Nico Akkerman werd toen gearresteerd en hij kwam ook terecht in de gevangenis aan de Weteringschans.

Piet Pronk was op zijn werk toen hij hoorde van de arrestatieberichten. Hij dacht dat ze hem niet moesten hebben, maar later die middag werd ook hij gearresteerd en meegenomen. Zijn broer Arie was tijdig weg. 12 februari is hij naar het Huis van bewaring gebracht in Amsterdam aan de Weteringschans. Daarna is hij van concentratiekamp naar concentratiekamp gegaan en hij eindigde in kamp Wöbbelin in Ludwiglust. Op 2 mei 1945 is dit kamp door Amerikaanse troepen bevrijd. Piet Pronk was ook bevrijd en is daarna doodziek opgenomen in het Reserve Lazaret te Lübtheen, Mecklenburg. Hij was te uitgeput van alle ellende dat er geen redding meer voor hem bestond. Hij overleed op 12 mei 1945.

Ook Simon Koopman wist aan zijn arrestatie op 25 januari te ontkomen. Dat kwam omdat hij naar de Maaslinie was gegaan om het Engelse leger te bereiken, maar dit lukte niet. Hij ging naar de Maaslinie omdat Simon al eens eerder in de handen van de Duitsers terecht was gekomen, maar wist toen te vluchten. Meteen daarna stuurde hij zijn gezin het huis uit voor de veiligheid. Simon Koopman, de Zwarte Broeder genoemd door de Duitsers, was op verschillende plaatsen in het dorp ondergedoken. 3 februari 1945 kwamen de Duitsers op bezoek bij fam. Koopman, maar Simon Koopman was er niet. Simon Koopman was op dat moment op weg naar Andijk en reed langs het huis en wilde tabak halen en even gedag zeggen.
Hij zag de Duitse wachters te laat en werd in een poging om weg te komen neergeschoten in zijn rug. Simon Koopman stierf in de armen van zijn moeder.

‘Liever als een held te sterven dan als een slecht mens te leven,’ waren waarschijnlijk zijn laatste woorden.
Na de oorlog is gebleken dat de razzia van 25 januari het gevolg is geweest van verraad. De daders zijn in juni 1945 opgepakt op grond van de Duitse W. Fischer (vanaf november 1944 Ortskommendant van het garnizoen in Medemblik). Wie de daders waren is niet bekend uit de informatie die ik heb gekregen.

De vergissing

Op 6 maart 1945 werd er een aanslag gepleegd door degene van het verzet die nog niet waren opgepakt om een Duitse vrachtauto te bemachtigen om vlees te vervoeren. Maar het was de auto van de Höhere SS-und Polizeiführer Rauter (de hoogste bevelhebber van de Duitse politie in Nederland) die werd aangevallen in plaats van de vrachtauto, een domme fout. De chauffeur en de mede-inzittenden kwamen om het leven en Rauter raakte zwaargewond. De wraak van de Duitsers was verschrikkelijk: op 8 maart werden 117 oorlogsgevangenen uit verschillende gevangenissen op de plaats van de aanslag geëxecuteerd. Daarna volgen er nog 53 executies in Amsterdam, 6 in Utrecht, 38 in Den Haag en 49 in Amersfoort. Dit waren samen 263 slachtoffers, dit maakt het ook meteen de grootste massa-executie van de Tweede Wereldoorlog.

Deze gebeurtenis is ook Jan Langedijk, Nico Akkerman, Jan Lodder, Piet Stokhof en Johnnie Huibrecht noodlottig geworden. Zij werden ook op 8 maart als slachtoffer aangewezen en werden per vrachtwagen naar het buurtschap Rozenoord gebracht, waar zij drie aan drie geboeid tegen de Amsteldijk in Amsterdam standrechtelijk gefusilleerd werden.