Gerechtshof haalt streep door hoge belastingheffing op VvE-reserves

WEST-FRIESLAND – Appartementseigenaren betalen sinds 1 januari 2023 meer belasting over VvE-reserves dan huiseigenaren over hun spaargeld. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat deze hoge belastingheffing op VvE-reserves niet rechtvaardig is.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bepaalde op 10 januari dat de hoge belastingheffing op VvE-reserves niet door de beugel kan. Waar huiseigenaren over hun spaargeld rond de 0% belasting betalen, betalen vanaf 1 januari 2023 appartementseigenaren belasting over de reserves van de Vereniging van Eigenaars (VvE) alsof het om een belegging gaat. Hiervoor geldt volgens de wet een veel hoger rendement van ruim 6%. Maar omdat VvE-reserves vrijwel altijd op een bankrekening staan, moeten deze fiscaal hetzelfde worden behandeld als een spaartegoed, aldus het Gerechtshof.

Oplossing niet langer vrijblijvend

Vereniging Eigen Huis kaartte vorig jaar al aan bij de Tweede Kamer dat het onrechtvaardig is om VvE-reserves zwaar te belasten. Naar aanleiding van vragen van Tweede Kamerlid Nijboer zei staatssecretaris Van Rij sympathie te hebben voor het idee om VvE-reserves te belasten volgens het lage spaarrendement en naar een oplossing te gaan zoeken.

De uitspraak van het Gerechtshof benadrukt dat een oplossing niet langer vrijblijvend is. De vereniging vindt dat snel duidelijkheid moet komen voor appartementseigenaren. Nu slaat de Belastingdienst appartementseigenaren voorlopig nog aan volgens het hoge rendement. VEH ontvangt daarover signalen van ongeruste leden. De vereniging wijst erop dat het juist belangrijk is dat VvE’s sparen voor onderhoud en verduurzaming van het pand. Dit moet niet worden ontmoedigd.