Column Monique Ravenstijn: “Met een winkelwagen naar Den Haag”

Wij de grote graaiers, wij die het rijk worden niet tegen kunnen gaan, zouden toch zeker wel een forse bijdrage kunnen leveren aan juist dit evenement, deze bijeenkomst of die jaarmarkt. Je krijg er toch ook heel wat voor terug schetst men dan. Maar verder dan een logo op een flyer, een banner in de hal en het omroepen van je naam komen ze vaak niet.

Sponsoring is een onderdeel van je marketingplan. In ieder geval zou dat zo moeten zijn. Wij als supermarkten worden vaak benaderd met vele mooie kansen om een bijdrage te leveren aan juist deze vereniging, stichting of dit sportevenement. Het klotst immers tegen de plinten op bij de supermarkten zoals de aanvragers veelvuldig teruglezen in de media.

Verdrietig word ik van deze beeldvorming welke repeterend terugkomt via de media en de politiek. Afgelopen periode stond er in een landelijk dagblad een tranen trekkend verhaal over de kostprijs van een ei waarbij vooral gekeken werd waar de opbrengst terechtkwam. Alles in de keten was uitgeschreven, die van de boer, van de tussenhandel, ja zelfs die van de verpakkingskosten. Om vervolgens bij het deel van de opbrengst welke in de super thuishoort te stoppen met het specificeren van de kosten. 

Interessant dacht ik, hebben wij dan geen kosten? Hebben wij ook niet te maken met indexatie op vastgoed, stijgende energiekosten en om het maar niet te hebben over de margedruk die ontstaat door de steeds stijgende inkoop kosten. Zolang er met deze bril naar ons als branche wordt gekeken zal bovenstaande een uitdaging blijven.

Maar afijn een goed marketingplan, een deel vind je natuurlijk terug bij je organisatie. Echter om je lokaal te onderscheiden is meer nodig, een scherpe visie, zicht op wie wil je zijn maar ook een sterk ontwikkeld moraal kompas helpen hierbij.  

Wij als Jumbo Monique stoppen het grootste deel van ons sponsorbudget in Mootjes-minisupers. Want zo redeneren wij, wie kan er nu tegen (verborgen) armoede en eenzaamheid zijn. Natuurlijk stellen we voor de tombola’s, kerkenveilingen en de prijzen voor de biljartclub een taart of bloemen waardebon ter beschikking. Maar instappen in een project buiten Mootjes doen we zelden. 

Wij zien de super als spil van het lokale ecosysteem, als een plek waar je elkaar nog ontmoet, waar je samenwerkt met je buren en waar nabuurschap nog heel gewoon is. 

Zo is er de komende periode een cityrun in een van de plaatsen waar wij ondernemen en waar we wel instappen. De gezelligste tuin, balkon of huizenblok langs deze route wint een geheel verzorgde barbecue. De jury rijdt in een gele bakfiets langs het parkoers om te scouten waar het gebeurt. Hiernaast worden de bewoners uitgedaagd om de gezelligste tuin te delen op social media, en praten we na in de kranten.

Hier zitten de factoren fun, theater en verbroedering in. De actie start met een fotosessie waarbij de bakfiets geel wordt gemaakt, een doorpas-sessie voor de kleding van de jury, en natuurlijk de call-to-action aan de bewoners van deze plaats om in beweging te komen om samen met de omwonenden de gezelligste tuin te creëren. Simpel en efficiënt omgaan met deze sponsorgelden en nooit uit het oog verliezend wie je bent, maken dat je op de juiste koers blijft. En ach, de beeldvorming in de media en de maatschappij over ons als supermarkten. Dat is iets waar ik wel mee kan leven. Zie mijzelf namelijk niet zo snel met een winkelwagen richting Den-Haag gaan